Het voormalige fabrieksgebouw l’Ouate wordt rondom volledig vrijgemaakt van een wildgroei van bijgebouwen. Het hoofdgebouw, een staalskeletstructuur met parementmetselwerk, wordt volledig gestript en gerenoveerd. Het industrieel uitzicht van het gebouw blijft behouden en huisvest verschillende nieuwe functies: bibliotheek, expositie- en voordrachtruimte, polyvalente zaal, muziek- en tekenacademie, danszaal, jeugdraad en jeugdontmoetingscentrum, gemeentelijke uitleendienst, studio vrije radio en 8 lofts.
Het volledige gebouw wordt gecompartimenteerd waarbij lichttoetreding en ruimtelijkheid optimaal aan bod komen. Voor de eigenlijke renovatiewerken van het gebouw zelf hebben de ontwerpers geopteerd om enkel duurzame maar sobere materialen aan te wenden. Zo zal de bestaande rode baksteen terug aangewend worden voor de gevelrenovatie in combinatie met een blauwe hardsteen. Het te vernieuwen schrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium en krijgt nagenoeg dezelfde onderverdeling als het bestaande schrijnwerk. Het op te trekken dakvolume wordt gebouwd met lichte materialen om de bestaande constructie zo min mogelijk te belasten, en wordt bekleed met aluminium golfplaten, dit om het industriële uitzicht te versterken en om de opwarming van het volume te vermijden bij sterke bezonning. De transparantie van de circulatietoren staat dan weer in contrast met het bestaande volume en moet zorgen voor een herkenningspunt (het ‘landmark’) binnen de site. De constructie van de toren is een verwijzing naar de vroegere watertoren die bij de herbestemming van de site gesloopt werd.
De woonunits bevinden zich op de 1ste en dakverdieping en kunnen volledig onafhankelijk functioneren. Er is een aparte toegang voorzien via de circulatietoren en de gang naar de inkom van de appartementen zorgt voor een akoestische buffer tussen de bestemming wonen en werken in het gebouw. De woningen richten zich op de 1ste verdieping naar het straatgebeuren en genieten van het licht en zicht naar de omliggende groene omgeving.
De ontwerpers stonden ook in voor de omgevings- en groenaanleg. Het gebouw is langs alle zijden toegankelijk voor mechanische verkeer, waarbij de afwatering op natuurlijke weg in de grond mogelijk gemaakt is, door het afwisselend gebruik van waterdoorlaatbare en niet-doorlaatbare oppervlaktematerialen. Ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrens is een lichte stalen constructie opgebouwd die plaats biedt aan een aantal carports voor de bewoners, een ruimte fietsenberging, de opslag van huisvuil en een hoogspanningscabine.